Facilitator van verschillende sessies voor MIRT projecten: Project-Start-Up (PSU) N31 Traverse Harlingen (realisatiefase), PSU Calandspoorbrug, Kick-off bijeenkomst Brainport Avenue Eindhoven 2020-2040, PSU Noordkant Amsterdam, PSU N35 (Wythmen-Nijverdal) en PSU Landzijdige bereikbaarheid Lelystad Airport.

Inhoudelijke advisering voor MIRT projecten; Goederencorridor Oost-Nederland (projectplan), Internationale connectiviteit van de Zuidelijke Randstad (plan van aanpak), Calandspoorbrug (initiatiefdocument en projectplan), Rijkstructuurvisie Grevelingen-Volkerak-Zoommeer (NRD en Rijksstructuurvisie) en Rijkstructuurvisie Almere Amsterdam Markermeer (Beoordelingskader en NRD).

De gebiedsontwikkeling Grevelingen/Volkerak-Zoommeer richt zich op de ruimtelijk-economische ontwikkelingsmogelijkheden die in dit gebied ontstaan als gevolg van de verbetering van de waterkwaliteit. Als programmasecretaris/plv. programmamanager mede verantwoordelijk voor het proces waarbij uiteenlopende partijen gezamenlijk een bijdrage leveren aan de benodigde investeringen.

Secretaris van de onafhankelijke commissie onder leiding van de heer Henry Meijdam die heeft geadviseerd over het dubbel opstaptarief op het spoor, enkelvoudig in- en uitchecken in de treinrailketen, de permanente structuur voor de OV-chipkaart en het verlagen van het instaptarief van € 4 naar € 3. Verantwoordelijk voor bestuurlijke rapportages en adviezen en aansturing inhoudelijk onderzoek.

Als gebiedsregisseur verantwoordelijk voor het opstellen en realiseren van het Uitvoeringsprogramma voor het regionaal landschapspark Duin Horst & Weide. Het organiseren van de samenwerking tussen verschillende overheden, ondernemers en maatschappelijke organisaties en het bijeenbrengen van de financiering voor de realisatie projecten vormen een belangrijk onderdeel van de functie van gebiedsregisseur.

Gedurende een traject van een half jaar is verkend hoe programmamanagement binnen de sturingsfilosofie van het waterschap past. Onderdeel hiervan was het faciliteren van meerdaagse sessies met het MT, programmamanagers en programma coördinatoren. Om zo te komen tot een eenduidig beeld van programmamanagement, de wijze van implementatie en wat daar voor nodig is in termen van structuur, vaardigheden en competenties. Tevens is een voorstel gedaan voor het vervolgproces. Het waterschap is inmiddels aan de slag gegaan met dit proces.

De programmadirectie Ruimte voor de Rivier wordt
als apart organisatieonderdeel van Rijkswaterstaat opgeheven en ingebed binnen de overige organisatieonderdelen van Rijkswaterstaat. In dit project wordt de inbedding, met alle aspecten die hierbij aan de orde komen (personele toedeling en plaatsing, bekostiging, sturingslijnen, huisvesting, etc.), uitgewerkt en geïmplementeerd.

Uitwerking van de nieuwe organisatiestructuur, de gewenste werkwijze en verbetermaatregelen ten behoeve van Rijkswaterstaat Grote Projecten en Onderhoud (GPO). Voor het herontwerpen van de verschillende processen binnen RWS is de kr8 methodiek (LEAN) gebruikt, waarbij de klant (de gebruiker) centraal staat en waarbij processtappen die geen waarde toevoegen voor de klant worden verwijderd.

Projectleider van onderzoek naar de taak- en personeelsontwikkeling voor de afdeling Infrabeheer van de provincie Zeeland. Onderdeel van dit onderzoek was het uitvoeren van een werkdrukmeting. In vervolg op het eerste onderzoek hebben wij een nieuw organisatiemodel voor de afdeling ontwikkeld. Dit organisatiemodel is na een reorganisatie inmiddels geïmplementeerd.

Projectleider van de verkenning naar mogelijke structuurwijziging van de afdeling Mobiliteit en Milieu van de provincie Zuid Holland. In deze verkenning is ingegaan op de nut en de noodzaak van een structuurwijziging. Verschillende varianten van een eventuele wijziging in de structuur zijn beoordeeld op hun voor- en nadelen en vergeleken met de huidige situatie.

Met behulp van SPA is binnen de Dienst Verkeer en Scheepvaart (Rijkswaterstaat) gekeken naar de match tussen de benodigde en feitelijk aanwezige kennis en competenties van de mensen binnen de dienst (het WAT). De analyse vormde de basis om acties te formuleren op het gebied van in-, door-, en uit-stroom om het verschil tussen benodigd en aanwezig te overbruggen.